Vroeger werden vetinjecties uitgevoerd met ongespoeld vet. Het vet verkregen door liposuctie werd onmiddellijk terug geïnjecteerd waardoor naast vetcellen ook bloed, bindweeefsel en dode cellen werden geïnjecteerd. De Amerikaanse arts Sidney Coleman ontwikkelde een techniek waar door centrifuge het ingespoten vet enkel nog uit vetcellen bestaat. Hierdoor worden de resultaten voorspelbaar en permanent.
Indicaties voor lipofilling zijn het terug in volume brengen van de jukbeenderen en wangen. Ook kan het vet als filler gebruikt worden om rimpels en diepere groeven (zoals die van neus naar mondhoek) te vullen. Ook lipvergroting is mogelijk. Het grote voordeel is dat er dus ingespoten wordt met lichaamseigen materiaal. Dit sluit dus het risico op allergische reacties of vreemdlichaamreacties (zoals knobbelvorming) uit. Lipofilling kan ook ingetrokken littekens of onregelmatigheden (na een slecht uitgevoerde liposuctie of een ongeval) opvullen. Tegenwoordig doen we zelfs borstvergroting met lipofilling.
Het vet wordt meestal ter hoogte van de buik, flanken of binnenkant van de dijen weggezogen zoals bij een klassieke liposuctie. Dit noemt men ‘harvest’ van het vet. (engels voor oogst) Om de cellen zo min mogelijk te beschadigen worden echter zeer dunne buisjes gebruikt (2mm). Dan wordt het vet gecentrifugeerd en als de verschillende componenten gescheiden zijn worden enkel de levende vetcellen gebruikt om terug in te spuiten. Dit gebeurt via zeer kleine gaatjes (1 mm). Meestal wordt er een lichte overcorrectie verricht gezien er altijd wel wat ingespoten vet wegsmelt. Het kan dus zijn dat er nog een tweede correctie nodig is.
Het ingespoten vet overleeft beter in de zones waar minder beweging is zoals wangen en jukbeenderen. Het vet in de lippen heeft een grotere kans op wegsmelten omdat door beweging ingroei van kleine bloedvaatjes wat moeilijker is.
Als er een lipofilling verricht wordt om grotere defecten te vullen moet de procedure soms in meerdere sessies gebeuren. De overleving van de vetcellen is immers afhankelijk van de hoeveelheid ingespoten vetweefsel en de aard van de receptorweefsels.
Als er veel vet moet geharvest worden wordt de ingreep best onder algemene verdoving verricht. Bij kleine hoeveelheden kan een lokale verdoving. De operatie is ambulant of in dagziekenhuis. Na de operatie zijn er weinig klachten, een beetje afhankelijk van de impact van de liposuctie. Voorlopig is er voor deze ingreep nog geen riziv-nummer voorzien en is er dus ook geen terugbetaling mogelijk.